zondag 28 november 2010

Jeroens vulkaan-avonturen

Richard: “I’m going to take it easy tonight. No beer for me.”
Ik: “Well, for me it’s time to write down my things. But I can’t do it without a cerveza!”
Richard: “Okay, okay, make it two…!”
Toña bier smaakt goed en ze hebben hier van die literflessen. Dat zit dus wel goed hier in Nicaragua!

San Juan del Sur was de eerste Nicaraguaanse bestemming. Een klein dorpje aan het strand vol met surfers. Ondanks dat ik geen tatoeages heb viel ik toch niet buiten de boot, want het is alweer een tijdje geleden dat ik naar de kapper ben geweest.
Aan het surfen heb ik me niet gewaagd. Ik heb het al eens geprobeerd in Brazilië, en toen bakte ik er al niks van! Ik hield het dus maar bij een beetje lamballen en wat zwemmen. ’s Avonds voetballen op het strand.

Aap, hert en hond

Op weg naar San Juan zag ik Ometepe al liggen: een flink eiland in een meer met twee vulkanen die je kunt beklimmen. Ja, dan begint het al flink te kriebelen, en na san Juan ben ik dan ook gelijk die kant op gegaan! Het hostel waar ik zit heet El Indio Viejo, oftewel De Oude Indiaan. Het is een complete dierentuin hier: behalve honden en katten lopen er ook twee apen, een eekhoorn, een eend en een hert rond. De oude indiaan zelf is er ook; hij zit de hele dag in zijn schommelstoel. Zijn zoon (de jonge indiaan?) houdt de tent draaiende.
De jonge indiaan was er niet zo kapot van dat ik in mijn eentje die vulkaan op wilde. “People have died there.” Tja, er zijn ook wel eens mensen dood gegaan toen ze de weg over wilden steken. Met andere woorden: ik ga het er toch op wagen!
Het eerste stuk door het oerwoud was goed te doen. Lekker een beetje ravotten in de jungle, dat vind ik wel mooi! Eenmaal hogerop werd het andere koek. De jungle verdween tot er alleen nog maar keien en kiezels over waren, en het pad was ook verdwenen! Ik zat ondertussen al in de wolken en kon dus ook niet ver vooruit kijken. Maar och, hoe moeilijk kan het zijn? Ik moet gewoon omhoog blijven gaan! Het werd steiler en steiler en met die losse kiezels had ik ook niet veel grip. Handen- en voetenwerk dus. Op een gegeven moment kwam ik uit op een klif en ik kon dus niet meer verder. Jammer maar helaas, dan gaan we maar weer op huis aan. Ik heb het tenminste geprobeerd!

La Concepcion, de beruchte vulkaan

Het afdalen was nog veel pittiger dan het klimmen, dat ging echt stapje voor stapje. Ik moet een beetje schuin zijn gegaan, want na een tijdje afdalen kwam ik opeens bij een andere klif uit! Hoe kan dat nou? Waar zit ik? Waar is het paadje terug de jungle in? Dus ik zoeken en zoeken, maar nergens geen paadje te bekennen. Ik moest denken aan wat ze me in het hostel hadden verteld. Godnondeju, het zal toch niet he? Nicaragua is een mooi land, maar het moet wel leuk blijven, natuurlijk!
Na maar liefst twee uur zoeken vond ik uiteindelijk toch het pad terug het oerwoud in. Daar had ik ‘m toch even goed staan knijpen! Ik ben nou een beetje verkouden vanwege de frisse wind op de top, maar dat nemen we maar op de koop toe. Die Toña had ik in ieder geval wel verdiend!
De dag erop ben ik nog een keer gegaan. Maar daar waar de jungle ophield ben ik omgedraaid. In nog eens verdwalen heb ik geen zin!

Adios!

woensdag 17 november 2010

Jeroen in Panama

Hola!

Ik zit nou alweer sinds een paar dagen in Panama, dus wordt het weer eens tijd om wat van me te laten horen!

Het kanaal


Maar ik zal bij het beginnen. Eerst ging ik in Colombia van Santa Marta naar Cartagena, zij het niet van harte. Al in de bus begon mijn maag raar te doen... Ik als ervaringsdeskundige wist al wat er op komst was: diarree.
Het was dus flink op de tanden bijten, en mijn kringspier draaide overuren. Tot aan Cartagena ging het allemaal nog goed, en ik had er dan ook wel vertrouwen in dat ik het wel vol zou kunnen houden. Iemand van mijn vorige hotel wist een goeie plek in Cartagena, vlakbij de klokkentoren. Die klokkentoren kon ik zo zien staan, maar een meter of 300 verderop. Ik probeerde er dus naar toe te lopen, maar elke tien meter moest ik stoppen om dat bruine spul tegen te houden. Daarna kon ik dan weer een paar stappen lopen, om daarna dus weer te stoppen om even flink op de tanden te bijten. Dat ging een tijdje goed, maar daarna was ik dan toch de spreekwoordelijke sigaar. De details laten we maar even voor wat ze zijn, maar ik was blij toen ik onder de douche kon!

De dag erop kon ik tenminste weer met een gerust hart erop uit. Cartagena heeft een historisch centrum wat zeker de moeite waard is, maar het is hierdoor ook erg toeristisch. Ik had het eigenlijk gauw gezien, maar durfde het mijn maag nog niet aan om een flinke busrit te gaan maken. Na ongeveer een week de bus terug gepakt naar Santa Marta. Lamballen dus, en elke avond voetballen op het strand met de costeñas en Maxim, een Rus die ik niet kon verstaan. Ik kreeg niet veel voor elkaar, maar dat lag natuurlijk aan de veels te slappe bal! Maxim was de enige die met schoenen aan voetbalde, en ging op een gegeven moment vol op mijn enkel staan! Daar heb ik ook nog een paar dagen "plezier" van gehad!

Toen ik dan uiteindelijk toch genoeg had van het strand en het stadje heb ik de bus gepakt naar Villavicencio. Een klein stadje niet ver van Bogota vandaan. Er valt eigenlijk niet veel over te melden; ik vermaakte me wel met een beetje rond lopen en koffie drinken!


Panama...

En nu dus in Panama! Overal wolkenkrabbers hier, het heeft schijnbaar veel weg van Miami. Niet helemaal mijn type stad... En ze betalen hier met Amerikaanse dollars, da's ook meestal een slecht teken. Dus dat gaan we anders aanpakken: morgen pak ik de bus directamente naar Nicaragua. Costa Rica laat ik voorlopig links liggen: da's ook behoorlijk Amerikaans en minstens zo prijzig. Zonde van mijn tijd en vooral van mijn geld. Landen als Nicaragua, Honduras en Guatemala trekken me veel meer. Vrijdag zit ik dus als het goed is in Nicaragua!

Chau!

P.S.
Het kanaal was nog wel aardig. Dat wil zeggen tot dat de beveiliger me wegstuurde! Ik vond het flauwekul om een kaartje te moeten kopen om een stukske water te zien en keek dus gewoon naar de boten vanaf de parkeerplaats. Dat was dus niet de bedoeling, haha!

maandag 25 oktober 2010

"Todo bien, todo bien!"

Hola!
De zonnige groeten vanuit Santa Marta! 38 graden gaf de therometer vandaag weer aan!

El Pibe in het shirt van Colombia

Santa Marta was mijn eerste bestemming in Colombia, 2 jaar geleden. In hotel Miramar herkenden ze me nog, alhowel ze dachten dat ik Adriaan heette. “Hola Andres, como estas?” “Todo bien, todo bien!” “Ha, El Pibe esta aqui!” Met El Pibe wordt Carlos Valderrama bedoeld, Colombia’s beroemdste (ex-)voetballer. Zeg maar de Johan Cruyff van Colombia. Maar daar waar JC bekend staat om uitspraken als “elk voordeel heb z’n nadeel” houdt El Pibe het bij “todo bien, todo bien.”
Er waren jammer genoeg weinig kleurrijke figuren in het hotel. Of het moet die vrouw zijn die dacht dat ze Jezus was. Gekleed in een paar beddenlakens sjokte zij door de straten van Santa Marta. Bij dat soort types blijf ik het liefste een beetje uit de buurt!

Ik was al een beetje aan het denken om verder te gaan toen ik Scott tegenkwam. Scott kwam uit Engeland en probeerde hier sinds een week of vijf een Engels boekenwinkeltje draaiende te houden. Hij had al 4 weken niks meer verkocht. Niet dat hij zich daar druk om maakte. Ag in, dag uit zat hij buiten op het stoepje voor zijn boekenwinkeltje. “Look Joe, this is what it’s all about! These guys selling tinto (koffie), those prostitutes on the corner over there... Santa Marta at its best!”
En gelijk heeft ie! Museums en andere toeristische attracties doen me niet zo veel, ik wil het échte Colombia zien! Dat opaatje dat heel de dag in dezelfde schommelstoel zit en met een schuin oog de hele boel in de gaten houdt. De mannen die domino spelen alsof hun leven er van afhangt en al beginnen te zweten als ze alleen maar aan werk moeten denken! Dat is Colombia!

De meeste tijd loop ik dus gewoon maar een beetje rond, zonder plan of plattegrond. “Amigo, eres rojo como un camaron!” Dat was wat ik in het begin te horen kreeg. Zo rood als een garnaal! Ondertussen ben ik alweer aardig bruin. Een Australiër in het hotel kon niet geloven dat ik uit Nederland kwam. “You’re the brownest Dutchman I’ve ever seen!” “Nou,” zei ik, “dan ben je Patrick Kluivert zeker nog nooit tegen gekomen!” Voetbal interesseerde hem echter niet, en Patrick Kluivert kende hij inderdaad ook niet.

El Pibe prijst een zakje chips aan

Over voetbal gesproken! Union Magdalena, de plaatselijke FC moest het afgelopen woensdag opnemen tegen Atletico Bucaramanga! Niet zomaar een wedstrijd want het kampioenschap van het Torneo Postobon stond op het spel. Scott dacht dat het geen kwaad kon om de winkel wat eerder te sluiten en samen gingen we erheen. Voor de aftrap sprak El Pibe de toegestroomde menigte moed in: “Vamos a ganar! Todo bien, todo bien!”

Het shirt van Union Magdalena had wel wat weg van het shirt van Fc Barcelona, maar daar hield de vergelijking ook meteen mee op. Een krakkemikkig stadionnetje en beroerd voetbal. Desondanks wonnen Los Bananeros met 2-1.

Nou, ondanks dat ik eigenlijk niet veel gedaan heb is het toch nog een heel verhaal geworden! En dan heb ik het nog niet eens gehad over agent Phillips! Een politieman sprak me aan op straat en vroeg waar ik vandaan kwam. Hij werd helemaal enthousiast toen ik vertelde dat ik uit Holanda kwam, uit Eindhoven nog wel! Hij wist alles van Philips want hij dacht dat ie verre familie was van Frits. Alleen die dubbele l in zijn achternaam zat hem een beetje dwars. Maar dat mocht de pret niet drukken!
Nou ga ik richting Cartagena, weer een stapje dichterbij in de richting van Capurgana!
Hasta luego!



dinsdag 12 oktober 2010

Vamos a la playa!

Ja, we gaan met de tijd mee! Ik moet nog even uitzoeken hoe ik een “goede-doelen-knop” toevoeg! Help Jeroen de winter door!
Cabo de la Vela

Ik zit te op het vliegveld van Bogota te wachten, dus ik heb tijd zat om eens even een nieuw bericht te typen en om een beetje te knoeien met deze website. Tja, je moet je ergens mee bezig houden he!
Ik vond het tijd worden om weer eens verderop te gaan kijken. Als je te lang hetzelfde doet wordt het saai! Ik heb dus mijn baantje weer opgezegd en mijn tas weer ingepakt. Morgen ligt deze jongen op het strand van Santa Marta! Ja, daar ben ik wel aan toe! Twee jaar geleden was ik al eens in Santa Marta; toen zat ik in hotel Miramar!

Hotel Miramar is iets speciaals. Ik kan eigenlijk maar één ander hotel bedenken dat aan Miramar kan tippen, en dat is Mama’s Shop in Bangkok. Drugsdealers, junkies, en wat al niet meer zat er daar in dat guesthouse. De meesten hadden er ook al een aantal nachten in Bangkok Hilton (de plaatselijke gevangenis) op zitten. Met één van hen heb ik nog steeds contact: een ex-drugsdealer uit Praag met een voorliefde voor lsd. “Weet je, lsd slikken is als een filmpje pakken in de bioscoop! Zolang je je bedenkt dat het niet echt is wat je ziet kan er niks gebeuren! Just enjoy the show! Wanna try?” “Neuh, ik denk dat ik nog een Chang ga pakken!” Je komt nogal wat rattenkoppen tegen, maar dat houdt het interessant!

Capurgana

Miramar is niet veel anders! Ik kan me Ben nog herinneren, die zich elke dag strikt hield aan zijn dieet van rum en cocaine. Of toen ie mij zijn nieuwe vriendin kwam voorstellen: zekersteweten dat ik die meid een half uurtje geleden nog om de hoek had zien tippelen! Verder had je Bruno, een Franse arts die vrijwilligerswerk deed in Bolivia. Dat was tenminste wat ie vertelde, of het allemaal waar is is natuurlijk een tweede. Hij was in ieder geval al veel te lang in Colombia en was een plan aan het smeden om ongemerkt de grens over te kunnen naar Ecuador. Dan had je nog twee Zweedse hippies die met een of andere gammele zeilboot terug wilden varen naar Zweden. Die boot moest eerst opgeknapt worden, maar daar kwam meestal niet veel van terecht. In Santa Marta staat de cerveza altijd koud!

Ik hoop dat er nog steeds dezelfde sfeer hangt. Daarna wil ik in ieder geval nog naar Cabo de la Vela en Capurgana. Ik wil jullie natuurlijk niet jaloers maken, maar om de boel op te sieren heb ik er maar gelijk wat foto’s tussen gepropt. Ik heb ze gewoon van google af geplukt, dus als je meer wilt zien moet je daar maar eens rondneuzen!
Bueno! Hasta luego!